De jongste vrijwilliger
Je hoeft niet de held uit te hangen
Noah Minck is 19, leerling-timmerman, niveau 2 aan de Bouwopleiding Zeeland en werkzaam bij Simons Bouwgroep in Terneuzen. Daarnaast is Noah de jongste vrijwilliger op de brandweerpost Zaamslag. Dat wil zeggen, hij is nog in opleiding tot brandweerman. Maar als de ‘pieper’ afgaat, gaat Noah mee op de uitruk en iedere donderdagavond is hij aanwezig op de oefenavond van zijn post. Deze ploeg heeft net een nieuw soort voertuig gekregen, de nieuwe tankautospuit of NTS. Als de pieper gaat, laat iedereen van de post binnen een halve minuut weten of hij beschikbaar is.
De gewone brandweerwagen rukt uit voor hulpverlening wanneer zes vrijwilligers zich melden: een chauffeur/pompbediende, een bevelvoerder en vier manschappen. De NTS kan al uitrukken zodra er twee manschappen beschikbaar zijn, maar meer mag ook. In veel Zeeuwse dorpen, waaronder Zaamslag, is met name de opkomst op een doordeweekse dag, overdag tussen 9 en 5 een probleem, omdat dan veel vrijwilligers aan het werk zijn en niet binnen een aantal minuten ‘op de wagen’ kan zitten. In zo’n geval zoekt de post naar nieuwe collega’s (dames zijn ook welkom) die overdag in de buurt werken, of in de ploegendienst zitten. En daarbij is de medewerking van een werkgever belangrijk. Noah heeft geluk, hij werkt nu lekker dichtbij en is dus stand-by.
Hoe ben je bij de brandweer terechtgekomen?
Op mijn vijfde deed ik mee met een ballonnenoptocht. Mijn ballon kwam in Friesland terecht en de prijs was dat ik op de foto mocht met de brandweer. Dat is me altijd bijgebleven. Op mijn elfde ben ik bij de jeugdbrandweer in Terneuzen gegaan, omdat ik bij voetbal al teveel blessures had opgelopen. En op mijn 18e ben ik bij deze post gevraagd.
Wat trekt je aan aan de brandweer?
Wat iedereen bij de brandweer zegt: het redden van mens en dier, bij brand en hulpverlening. Dat doe je voor je dorpsgenoten en de bedrijven op het dorp. Maar ook dat je met een hechte groep werkt. Tijdens oefenavonden bereid je je voor op onverwachte situaties waarbij je op elkaar moet kunnen vertrouwen.
Hoe vind je de opleiding tot nu toe?
Ik heb onlangs het eerste praktijkexamen gehaald, voor het veilig betreden van een brandend pand dat vol met rook stond. Het volgende praktijkexamen gaat over ‘inzettechnieken’: hoe bestrijd je een brand? Bij de brandweer leer je logisch nadenken. De opleiding doe je deels thuis, op de computer, deels op de kazerne, dat is je leerwerkplek. En soms klassikaal, bijvoorbeeld op het Trainingscentrum in Vlissingen.
Hoeveel tijd ben je kwijt aan de brandweer?
Ik ben er een uur of 12 per week mee bezig. De dinsdagavond na 18 uur aan de opleiding, de donderdagavond is voor de vaste oefenavond. Op zondagavond maak ik mijn huiswerk, thuis op de computer. Daar heb ik zelf niet zoveel mee, maar anderen zijn daar weer handiger mee. Maar je hoeft niet meer in de boeken te duiken, je krijgt direct feedback en het is een leuk en leerzaam traject. En daarnaast wacht ik af of tot de pieper afgaat: tussen circa vijf uur ’s middags en 7 uur ’s ochtends en in de weekenden zijn we oproepbaar.
Heb je al een uitruk meegemaakt?
Ja, in de nacht van oud op nieuw, om 1 minuut over 12 was er melding van een schoorsteenbrand in het dorp. Dit was de eerste melding waarbij ik ben ingezet als aspirant. Toen we uitrukten wist ik nog niet precies wat ons te wachten stond. Ik heb slangen klaargelegd voor mijn collega’s, waterwinning gezocht voor de pompbediende, de warmtebeeldcamera klaargelegd, de hoogwerker geassisteerd om te manoeuvreren in de kleine straatje. M’n collega’s een stapje voor zijn dus, om te zorgen dat zij snel aan het werk kunnen. Om half 6 ’s ochtends was ik weer thuis. Het eerste deel van de brand was zo geblust, maar er bleek nog een vuurhaard te zitten tussen de schoorsteen en de –mantel. Een brand is natuurlijk nooit leuk, maar voor mij was het een mooie en leerzame eerste inzet.
Hoe combineer je je werk als timmerman met de brandweer?
Als de pieper gaat, en ik ben in de buurt, dan kan ik even weg. Ik heb daarover afspraken gemaakt met mijn collega’s en met mijn werkgever.
Er is een groot verschil of ik mijn werkkleding sta, of in een brandweerpak. In dat laatste geval zie je dat ik hulpverlener ben en voor je klaarsta en dat is belangrijk voor me.
Wat voor mensen zou je aanraden bij de brandweer te gaan?
Mannen en vrouwen, sowieso. Mensen die in teamverband kunnen werken. Beetje gevoel voor humor. Qua leeftijd tussen de 18 en de 40. Als je geïnteresseerd bent moet je gewoon eens op de post komen kijken, dan maken we je hier wegwijs en dan word je vanzelf enthousiast.
Onlangs hebben zich vier nieuwe mensen gemeld bij de post Zaamslag. Drie ervan zitten nu in de opleiding, waarvan er een bijna klaar is, de vierde begint binnenkort. Het zou leuk zijn als we er nog een paar mensen bijkrijgen, die ook overdag mee zouden kunnen op de uitruk.
Hoe ging dat in zijn werk bij jou?
Men wist dat ik klaar was bij de jeugdbrandweer en ik werd vorig jaar maart uitgenodigd een keer langs te komen. Een paar maanden nadat ik het sollicitatieformulier had ingevuld, kreeg ik mijn brandweerkleding, heb ik een aantal aanstellingskeuringen doorlopen en kon ik aan de opleiding beginnen.
Hoe omschrijf je deze blusploeg?
Het is een leuke groep hier. Ze zijn serieus, als er echt iets is. Ze luisteren naar je als je iets te zeggen hebt. Er zit discipline in de ploeg, maar er zitten ook lolbroeken tussen en een paar eigenwijze types. Maar iedereen heeft zo wel iets. Het is een hechte groep, we zijn echt vrienden. Dat maakt je ook sterker om samen naar een inzet te gaan. Ook privé worden er dingen gedeeld met elkaar, en staan mensen voor elkaar klaar als iemand ergens wat hup kan gebruiken.
Moet je er veel dingen voor laten, om bij te brandweer te zijn? Je kan niet op zaterdagavond het café in met je vrienden?
Nee, dat doe ik meer op vrijdagavond. Op zaterdag ben ik vaak links of rechts bezig, bij een vriend die een hobbygarage heeft een beetje sleutelen. Je steekt er natuurlijk je tijd in, ook voor uitrukken ’s nachts of in het weekend. En als ik met mijn ouders of met mijn vriendin op het punt sta ergens heen te gaan en er komt een melding binnen, dan kies ik voor die laatste.
Het is een vak met risico’s, dat hou ik wel in mijn achterhoofd. Maar ik weet wat ik kan en wat ik heb geleerd. Als je alles op een normale en overzichtelijke manier doet, dan komt het wel goed. We waren laatst op het trainingscentrum en gingen voor de tweede keer in de flash-over container. De eerste keer was het prima uit te houden qua temperatuur, maar de tweede keer werd het me te warm en voelde ik me niet goed. De instructeur gaf aan dat het goed was dat ik eruit was gegaan en dus mijn grens aangaf. Je hoeft niet de held uit te hangen daar.